Iedereen die te maken krijgt met een leverziekte krijgt ook regelmatig te maken met bloedonderzoek. Vaak is ook een bloedonderzoek de eerste indicatie dat er iets fout is met onze lever. Hieronder trachten we een beeld te schetsen van de meest voorkomende bloedtesten in kader van leveronderzoek. Het bloed wordt afgenomen in één of meerdere bloedbuisjes waarin op voorhand reeds een stofje zit dat stollen voorkomt. De resultaten van een bloedonderzoek zijn vaak afhankelijk van de omstandigheden op het ogenblik van de afname. De arts die het onderzoek voorschrijft zal je aangeven of je al dan niet je medicijnen mag nemen zoals voorzien op je schema. Ook geeft hij/zij aan of je nuchter moet zijn.

De aangegeven waardentoleranties, de waarden die overeenkomen met een gezond persoon, kunnen per laboratorium een beetje verschillen.

GGT, Gamma-GT, gamma-glutamyltransferase

Gamma GT is een enzym dat in de lever wordt gemaakt en zorgt voor de omzetting en vertering van stoffen die via eten en drinken. Bij zware belasting van de lever door extreem gebruik van medicijnen en/of alcohol kan de hoeveelheid GGT behoorlijk stijgen. Ook wanneer de galwegen geblokkeerd zijn, bij galblaasproblemen, of als gevolg van leverschade, zal de GGT stijgen.

De referentiewaarde voor GGT is voor mannen < 45 U/l en voor vrouwen: < 35 U/l.


ALAT, ALT, GPT

ALAT is een enzym (eiwit dat cellen helpt bij de omzetting van stoffen) dat vooral in de lever aanwezig. Kleinere hoeveelheden komen voor in de nieren, het hart en in spieren. Als levercellen beschadigd worden, lekt ALAT vanuit de lever in het bloed. Daardoor stijgt de hoeveelheid ALAT in het bloed. Al vóór dat er klachten of symptomen zijn wijst dit op leverschade.

De referentiewaarde ALAT is voor mannen < 45-50 U/l en voor vrouwen < 35-40 U/l.


ASAT, AST, GOT

ASAT is een enzym (eiwit dat cellen helpt bij de omzetting van stoffen) dat voorkomt in levercellen, maar ook in hart- en spieren. Toename van AST in het bloed kan op leverschade wijzen (zeker wanneer ALAT>ASAT). Maar ook op schade aan spierweefsel, bijvoorbeeld het hart, nieren, pancreas... kunnen een verhoging veroorzakenAls de ASAT>ALAT en er is sprake van pijn in de borst, kan dit wijzen op een hart probleem.

De referentiewaarde van ASAT is voor volwassenen < 35-45 U/l.


Alkalische fosfatase, AF

AF is een enzym dat in grote hoeveelheden aanwezig in cellen die bot aanmaken en in de lever, vooral in de galgangetjes. Een verhoogde waarde kan wijzen op beschadiging van lever en/of botten en een blokkade van de galwegen. Een verhoogde AF-waarde, in combinatie met normale ALT en AST, wijst in de richting van een galwegaandoening. Dit kan een gevolg zijn van obstructie van de grote galwegen zoals door galstenen. Of het kan gaan om een probleem van de kleine galwegen.

De referentiewaarde van alkalische fosfatase is voor volwassenen < 125 U/l.


Stollingstijd PT (INR) en PT(%)

De lever staat ook in voor verschillende stollingsfactoren die samen de stollingstijd van het bloed bepalen. Aan de hand van een stollingstest (PTT=Protrombinetijd) uitgedrukt in INR en PT(%) wordt de stollingstijd in beeld gebracht. Een te hoge tijd, dus verminderde stolling duidt op leverschade. Uiteraard moet ook rekening gehouden worden met eventueel gebruik van bloedverdunners.

De referentiewaarde voor de stollingstijd INR<1.30 en PT(%) 70-130


Bilirubine

Bilirubine ontstaat bij de afbraak van oude rode bloedlichaampjes uit het bloed. Dit giftige bilirubine wordt vanuit het bloed opgenomen in de lever. Daar wordt het omgevormd (geconjugeerd) en via de galvloeistof afgevoerd naar de galblaas. Uiteindelijk verlaat de omgevormde bilirubine het lichaam samen met de ontlasting. Door een stoornis van het functioneren van de lever vindt de verwerking en/of afvoer niet op de juiste manier plaats waardoor de aanwezigheid van bilirubine in het bloed verhoogt. Een verhoogd bilirubinegehalte gaat vaak gepaard met geelzucht. Hierbij kleurt als eerste het oogwit geel, maar later ook de huid. Er zijn 2 soorten bilirubine, directe en indirecte, ook wel geconjugeerde en ongeconjugeerde. Ook wordt de som van beide gehanteerd in bloedtesten, men spreekt dan van bilirubine totaal.

De referentiewaarde voor

  • Bilirubine direct <0.30 mg/dL

  • Bilirubine indirect <0.90 mg/dL

  • Bilirubine totaal <1.20mg/dL


Albumine

Albumine is een belangrijk eiwit dat in de lever aangemaakt wordt en vervolgens afgegeven wordt aan het bloed en dient als transportmiddel voor onder meer calcium (kalk), bilirubine, vetzuren, geneesmiddelen en hormonen. Door een slecht functionerende lever kan er een te laag albumine-niveau ontstaan. Vooral bij mensen met een ernstige chronische leverziekte is de albumine-niveau vaak sterk verlaagd.

De referentiewaarde voor volwassenen 35-52 g/L